De belangrijkste conclusie over de egoïstische gaswinning in de provincie Groningen:


Dat niet enkel premier Rutte, maar alle premiers en de gehele Eerste en Tweede Kamer in al die jaren onvoldoende hebben opgetreden bij de gaswinning, en voor de betreffende mensen, in de provincie Groningen.

Wat in de gaswinningsgebieden in al die jaren is gebeurd is dik en dik onvoldoende geweest. Zeg maar gerust: Bij het onbeschofte af !!!

Ook kon Rutte, al meer dan 12 jaar lang, rustig zijn gang gaan als premier! (Waar bleef de Tweede Kamer?)

Maar om hem nu om dat alles de schuld te geven!? Dat is een slechte gedachte.

Toch zijn zijn excuses te gemakkelijk gezegd, gedaan. Je mag er dan misschien mee wegkomen in politiek Den Haag, maar niet overal in Nederland.
Zeker niet na alle, door de vele veranderingen veroorzaakte (aardgas)ellende in de provincie Groningen !!!

De oliemaatschappijen Shell, inclusief de NAM, en Exxon Mobil hebben zeker ook schuld. Heel veel schuld. En niet te vergeten: hun aandeelhouders ook. Ook zij mogen er niet mee weg komen!

Als de aardbevingsproblematiek vanaf het begin serieus was genomenik weet wel een voorbeeldje op te noemen uit de jaren zeventig van de vorige eeuwdan had veel ellende voorkomen kunnen worden.”
(Dit staat met ongeveer dezelfde woorden in het eindrapport van de onderzoekcommissie.)

Alle politieke moeten zich schamen voor wat er al die jaren is gebeurd in de provincie Groningen.

Voor strafom het de dames en heren politici eens goed te kunnen laten voelen – zou elke kiezer deze keer/binnenkort NIET naar het stembureau moeten gaan, maar gewoon thuisblijven!

Moet jij eens opletten wat er dan gaat gebeuren !!!

Een mooi bericht over sparen van plastic doppen


Sinds een aantal jaren staat er een container (bij Kawin) in Diepenveen voor het inzamelen van plastic doppen voor de hulphond.

Bijna iedere week is de container helemaal vol!

Er wordt behalve in Diepenveen ook landelijk ingezameld.

De totale opbrengst in 2022 was
€ 56.043,00, waarbij vermeld moet worden dat er in het oosten van het land enorm veel ingezameld wordt:

 

de helft van het bedrag komt daar dus vandaan. Nu eens een keer niet uit de Randstad. 😀 

Voor dit grote bedrag kunnen ongeveer 11 hulphonden worden opgeleid.

Het is en blijft de moeite van het sparen waard zou ik zeggen.

“Dat heet scouting, geen padvinderij.”

Dat kreeg ik te horen toen ik zei dat ik ooit verkenner bij de padvinderij ben geweest, dat ik het toen leuk vond, en dat ik mij het voorval herinnerde dat mijn broer aan de beurt was om de padvinderseed af te leggen.

Dit is wat er toen gebeurde:

“Mijn broer en ik zijn een paar jaar lid geweest van de padvinderij in D. Waarom wij dat werden weet ik niet precies. Maar misschien kwam het door mijn moeder, of omdat mijn ouders het nodig vonden? In elk geval was het goed voor de opvoeding, begreep ik later.
–  Zelf had ik altijd het idee dat mijn moeder was ‘overgehaald’ door de huisarts, want van de padvindersgroep in het dorp was hij de hoofdleider, hopman. De jongste zoon van de dominee was zijn vervanger. Ook zijn zus hielp af en toe mee.
–  Toch gingen mijn broer en ik niet met tegenzin naar het zaterdags ‘padvinderijgebeuren’. Misschien mijn broer toch wel, maar dat weet ik niet zeker. Aan de zuidkant van de Vecht lag een houten gebouwtje in een bosje, ‘het Nieveer’, vlakbij de boerderij van Van Lenthe en de rivier ‘de Vecht’ . Het was toen het onderkomen van de padvinderij.
–  Het jaarlijkse ‘heitje voor een karweitje’ was altijd een bijzondere dag voor de padvinderij. Dan kwam ‘het opperhoofd’, freule Vidal, ‘opdraven’, speciaal voor de padvindersgroep. Op overige dagen zag je haar nooit. Ook niet in het dorp. Zij was de akela, ook de oprichtster van de padvindersgroep. De hopman was die dag ook aanwezig, maar hij kwam wel vaker langs. ‘Om zich even te laten zien’, denk ik.. De padvindersvlag werd dan gehesen en de verkenners en welpen brachten de groet. Ook moesten zij dan ‘de eed’ afleggen. De freule en de dokter hielden beiden een kleine toespraak. Daarna zouden (eindelijk) de spelletjes beginnen.
–  Alles verliep goed, totdat mijn broer aan de beurt was om de eed af te leggen. Hij kende alle woorden wel, maar zei: ‘Akela, wij doen geen pest, wij djiep, djiep, djop, want wat doet de rest?’ Het was gewoon een verzinsel van hem. Hij kon onmiddellijk naar huis vertrekken. Natuurlijk ben ik toen met hem meegegaan.
–  Dat voorval betekende het einde van onze deelname aan de padvinderij. Ik vond het wel een beetje jammer. Ik vind nog steeds dat er niets mis mee is als je belangeloos iets voor een ander wilt doen.”

[Dit verhaal is overgenomen uit mijn jeugdverhalen.]