2016 Naar Parijs en de omgeving van de stad

Naar Parijs e.o. (12 – 16 mei 2016)

Deze keer was de reis niet bedoeld om de hoogtepunten eens weer te zien, maar om naar de wat minder voor de hand liggende bezienswaardigheden (westelijk van Parijs gelegen) te gaan.

Eerst (donderdag, de 12de) ging de busreis naar Lille, naar het Musée de l’Art Moderne, voor de overzichtstentoonstelling van het werk van Modigliani en de collecties moderne- en hedendaagse kunst.

Na het museumbezoek nog even wandelen in de beeldentuin (met beelden van o.a.: Calder, Picasso, Deacon en Lipschitz). In de vijver maakte een groepje Canadese ganzen ruzie met elkaar. Waarschijnlijk kwam dat door de mannetjesganzen.

Op naar Parijs, naar het hotel in de wijk La Defense, met o.a. La Grande Arche.

 

 

De volgende dag (vrijdag, de 13de) naar Bazoches-sur-Guyonne voor Maison Louis Carré. (Aanvankelijk zou de woning worden ontworpen door de Zwitserse architect Le Corbusier, maar Carré wilde geen plat dak en het beton schrikte hem af. Hij koos voor de Finse architect Alvar Aalto die het huis, de tuin, het toegangshek, de garage, het verwarmd zwembad met badhuisje, de buitenlampen, de vlaggenmasten, de afdakjes en het meubilair ontwierp.)

Na de lunch in de Parijse voorstad Meudon naar de woning, annex atelier, van Jean Arp en Sophie Taeuber. In het atelier en in de tuin waren beelden en ontwerpen van Arp te zien.

 

Daarna naar het Van Doesburghuis, de woning van Theo van Doesburg. Een eenvoudig, maar bijzonder huis. (De huidige beheerder/bewoonster, Beja Tjeerdsma, vertelde de geschiedenis van de atelierwoning, de schilder, de schrijver en theoreticus van De Stijl.)

Op naar het Musée Rodin, ook in Meudon. Ook hier veel beelden te zien. De Denker, De Kus en De Hellepoort zijn hier toch wel de toppers! Op het graf van Rose Beuret en Auguste Rodin staat een kopie van De Denker. (Op een veiling in New York bracht deze maand het werk Eeuwige lente, dat in 1901 uit één blok marmer is gehouwen, 20,4 miljoen dollar op!)

 

Deze dag (zaterdag, de 14de) naar Le Silo in Marines.

De eigenaars, Jean-Philippe en Françoise Billarat, verzorgen zelf de rondleiding in de tot tentoonstellingsruimte omgebouwde graansilo met de door hen verzamelde kunstcollectie. 

Daarna naar Villa Savoye, manifest van het Modernisme, in Poissy-sur-Seine. De woning wordt ook wel een “doos in de lucht” genoemd. (Pierre Savoye werkte bij een verzekeringsmaatschappij in Parijs en wilde in de weekenden rustig wonen in een comfortabele woning en in een landelijk dorp. Le Corbusier werd gevraagd als architect voor hun weekendwoning. Het is een bijzonder huis geworden, gelegen op een schitterend terrein, met een bijzonder tuinmanshuisje.)

 

Naar het dorpje Giverny voor de tuinen van Claude Monet. (We hebben vaak over de tuinen horen praten, maar ze nog nooit gezien. Wèl zijn enorme doeken. Hij zou gezegd hebben dat hij misschien wel schilder is geworden door zijn liefde voor bloemen. In de tuin stond een overdaad aan bloemen, met een grote vijver en waterlelies die nog niet bloeiden. Hij rangschikte de bloemen zoals hij de kleuren op zijn schilderijen rangschikte. De tuin was de inspiratiebron voor veel van zijn doeken. Hij schilderde zijn ‘serie waterlelies’ (Grande Décorations) vaak op reusachtige doeken (250) van twee meter hoog en soms meer dan zes meter breed.
Onze conclusie: te druk en er zijn “Giethoorn-achtige toestanden”
.)

Vandaag (zondag, de 15de) begonnen we op Place de la Concorde. Ons plan was om naar het Museum voor Moderne Kunst en naar het Grand Palais te gaan.
[In het Grand Palais, onder de grote koepel van ijzer en glas, zagen we het reusachtige kunstwerk van de Chinees Huang Yong Ping: een kronkelende slang (254 meter lang), met ribben van aluminium, over een “havenlandschap” (zeecontainers).]

 

Lopend langs de Seine kwamen we bij het Museum voor Moderne Kunst, waar we ook een hapje hebben gegeten.

Daarna zijn we, lopend langs de Seine met de vele boten en met mooi zicht op de Eifeltoren, teruggegaan naar Place de la Concorde.

Dwars door het drukke Parijs naar het museum ‘Fondation Louis Vuitton’.
(Ook hier moesten we langs de beveiliging en kwamen we daarna in een gigantisch, op een schip en bloem gelijkend gebouw, ontworpen door de Amerikaanse architect Frank Gehry. We konden eerst maar moeilijk de startplaats in het gebouw vinden. De Franse kunstenaar Daniel Buren heeft de twaalf zeilen tijdelijk in dertien verschillende kleuren in banen bedekt. Een prachtig gezicht.)

Vandaag (maandag, de 16de) naar huis, maar eerst nog even naar La Grande Arche om een aantal kunstwerken te gaan bekijken.

Exact om half tien vertrok de bus. Deze keer kwamen we nergens in een file terecht. Na een tweetal verplichte rustpauzes waren we om 18.00 uur terug in Assen.