Voorbije tijd


Toen zelfs al!

Maar iedereen heeft er weleens last van: Denken aan de voorbije tijd.

Vanmorgen luisterde ik naar de LP “Zing je moerstaal”. [Uitgegeven ter gelegenheid van de Boekenweek 1976.].

Kort gezegd:
Een LP met schitterende liedjes en teksten. Een echte klassieker!

Al zeg ik het zelf: Uit de samenwerking tussen de groep ‘Fungus’ en de dichter Wim de Vries is iets heel bijzonders, iets prachtigs uit de bus gekomen:

Het Dorp

Waar eens de koeien loeiden
En waar de jongens stoeiden
met de meiden in het gras,
daar waar de boer het landschap
overzag dat tot de einder strekte,
waar eens de hengst de merrie dekte
en waar het koren wiegde in de wind
en waar het kind haar eerste bloemen plukte,
daar groeit nu steen en glas.
Gelijk van vorm en maat, haast waterpas
als puisten op een mooi gelaat.
Waar eens de oude huisjes stonden
alsof ze droomden van een lang
vervlogen tijd en waar de mensen woonden,
om te leven tot in eeuwigheid,
daar raast nu het verkeer dat op het
spitsuur als een zweer zal openbreken.
In plaats van hooi ruik je nu gas.
Je hoort geen dialect meer spreken.
Je ziet geen klompen meer, geen was
meer aan de droogpaal hangen, geen
broeken bollend in de wind.
Het dorp waarvan je hield zoals een
vader van zijn kind, ligt te vrijen
in de armen van de stad.
De stad waardoor het langzaam wordt
verslonden tot zelfs de wonden niet
meer zichtbaar zullen zijn.
Wat blijft dat zijn herinneringen
aan al die kleine dingen waarin
een mens nog mens kon zijn
.