‘Kraantjes’ en ‘spaarpotjes’ in het korenveld (kv 97)


Met een stel buurkinderen – van ongeveer dezelfde leeftijd; ik zal acht of negen jaar oud zijn geweest – kroop ik door het roggeveld. We dachten dat niemand ons zag, maar dat was niet zo. Een boer wist wel dat het bewegen van de korenaren niet normaal was.
–  Iemand in het groepje hoorde een verdacht geluid. Het was het geluid van iemand die ons achternazat! We renden zo snel we konden uit het korenveld. Toen we ver genoeg waren, zagen we de eigenaar middenin zijn korenveld staan. Hij schreeuwde iets, maar we konden niet verstaan wat. Wel was duidelijk dat hij kwaad was.
–  ’s Middags was ik weer met dat groepje bij het begin van het paadje in het korenveld. Er was niemand te zien, dus kropen we achter elkaar het roggeveld weer in. Ongeveer in het midden van het korenveld gingen we in een kringetje zitten. Er werd wat zenuwachtig gegiecheld en gegniffeld, en toen deden we wat was afgesproken. De ‘kraantjes’ en ‘spaarpotjes’ werden bekeken. Wat spannend leek, stelde nauwelijks iets voor. Was dat het dan? We zijn weer naar de ‘uitgang’ gekropen en naar huis gegaan.
–  Het gebeurde werd vergeten, maar door het schrijven van de kv’s (lees: korte verhaaltjes) moest ik weer aan dit voorval denken.