Intensieve landbouw in Nederland en de vogelstand

De intensieve landbouw leidt (en heeft geleid) tot de afname van broedvogels in Nederland. Dit blijkt uit het onderzoek op basis van 37 jaar vogeltellingen. De gegevens van 170 vogelsoorten, verzameld op meer dan 20.000 plekken in 28 landen in Europa. Landbouwintensivering heeft onmiskenbaar een grotere negatieve invloed op algemene broedvogels dan veranderingen in bosbedekking, verstedelijking en klimaatopwarming.

Klimaatverandering en intensief landgebruik worden vaak als belangrijke oorzaken genoemd, maar het is lastig te zeggen hoe vogelsoorten precies reageren op deze bedreigingen en welke daarvan de meeste invloed hebben. Er zijn wel verbanden tussen bedreigingen en dalende vogelpopulaties te vinden, maar daarmee is nog niet bewezen dat deze bedreigingen daadwerkelijk de oorzaak zijn van de dalende aantallen.

Een Europees onderzoek, dat op 15 mei 2023 verscheen in het toonaangevende wetenschappelijke tijdschrift PNAS, levert dit bewijs voor het eerst. De onderzoekers laten zien hoe 170 vogelsoorten hebben gereageerd op vier belangrijke, door de mens veroorzaakte bedreigingen op Europese schaal: de mate van en ontwikkeling in landbouwintensivering, verstedelijking, bosbedekking en klimaatopwarming.

Het nadelige effect van de intensivering van de landbouw op de biodiversiteit van vogels op Europese schaal is een van de belangrijkste bevindingen van de studie. Onder andere de toename van pesticiden en kunstmest heeft geleid tot de achteruitgang van veel populaties van met name insecteneters, zoals grauwe gors, veldleeuwerik of patrijs. Zelfs soorten die niet aan het boerenland gebonden zijn, gaan hierdoor in aantal achteruit. De effecten van andere drukfactoren variëren in aard en omvang. Zo kan klimaatopwarming een positief of negatief effect hebben op vogelaantallen, afhankelijk van de temperatuurvoorkeuren van verschillende soorten