43. Hij rookte een slof sigaretten per schoolweek; 44. In de pauze van de middelbare school; 45. Expositie in het gemeentehuis; 46. Groot Hoenlo; 47. Simca 1000 halfautomaat; 48. ‘De Moezenbelt’


Hij rookte een slof sigaretten per schoolweek (43)

Een leraar op de middelbare school was ‘kettingroker’, denk ik. Elke maandagmorgen zag je hem in de pauze met een slof North State-sigaretten onder de arm over het schoolplein lopen. De sigaretten had hij net gekocht in het winkeltje dichtbij de school.
–  Ik vond hem een bijzondere leraar. Alleen in zijn Tekenles had ik eigenlijk maar contact met hem. In zijn andere lessen, zoals Geschiedenis, nauwelijks. Hij had de onhebbelijke gewoonte om na een schriftelijke overhoring de taalfouten mee te rekenen voor het eindcijfer. Tijdens het nakijken gebruikte hij een kromme kroontjespen en rode inkt. Je hoorde af en toe de pen op het papier krassen als hij in de klas met het corrigeren bezig was. (Het gekras van zijn pen beloofde niet veel goeds!)
–  Op zekere dag stuurde hij een leerling, een buurjongen van mij, uit de examenklas met de opmerking dat hij tot het examen niet terug hoefde te komen voor alle Geschiedenislessen, die hij zou gaan geven. Het eindexamen was drie maanden later! De leerling moest zichzelf maar zien te redden. [Ik weet nog dat hij na het examen vol trots aan iedereen liet horen dat hij voor het vak Geschiedenis op het eindexamen een acht had gekregen!]

In de pauze van de middelbare school (44)

In de schoolpauzes speelde ik meestal met andere jongens voetbal op het stukje weiland naast de school. Dat was altijd leuk en het ging er meestal ook fanatiek aan toe. Ik heb er zelfs een ‘aandenken’ aan overgehouden: een klein litteken aan een vinger.
–  Aan het begin van de schoolpauze liep ik altijd eerst naar het huis van mijn grootouders. Zij woonden bijna naast de school. Mijn oma stond meestal voor het keukenraam te kijken, of ik er aankwam. Op de keukentafel had zij al een kop met koude of warme chocolademelk (afhankelijk van het weer) gezet en er lag ook altijd wel een stuk ontbijtkoek bij, of ander lekkers.
–  Zodra alles op was, liep ik snel naar het grasveldje om er gaan te voetballen.

Expositie in het gemeentehuis (45)

Tijdens de expositie van mijn schilderijen in 2008 in de hal van het ‘oude’ gemeentehuis in mijn geboorteplaats had ik een ‘gastenboekje’ en een balpen op een tafeltje gelegd. Mijn vrouw had handige ‘boekenleggers’ gemaakt met mijn persoonlijke gegevens erbij gelegd.
In het gastenboekje is ook iets geschreven door de dochter van de persoon bij wie ik eens achterop zijn fiets ben gesprongen toen een kwade boer met een stok en een stuk touw mij achterna zat. Zij was iets ouder dan ik, denk ik. Ze was inmiddels getrouwd en woonde in het huisje waar mijn grootmoeder jaren heeft gewoond!
Dit heeft zij in het boekje geschreven: “Martien, Ik heb je werken bekeken. Leuke plaatjes. Leuk dat je je zo ontwikkeld hebt. Niet gedacht (há há). Gewoon deur gaôn.”

Groot Hoenlo (46)

Een zuster van mijn tante woonde een tijd lang op ‘Groot Hoenlo’, een havezate, in de buurt van Olst, een prachtig gebouw, gelegen in een bosrijke omgeving.
–  Ik herinner mij nog heel goed de oprijlaan, het oude bos, de grote ruime hal, veel hout, het houtsnijwerk, de twee indrukwekkende trappen naar de verdieping, waar zij en nog een paar gezinnen woonden, de grote, hoge en schemerdonkere woonkamer, het uitzicht, de gracht, de roeiboot, de bebouwing met de ‘kelders’ onder in het gebouw, waar het op sommige plekkenbehoorlijk muf rook, en ook het huis ‘Klein Hoenlo’ vlakbij het landgoed.
–  Onlangs kwamen mijn vrouw en ik langs ‘Groot Hoenlo’ en ‘Klein Hoenlo’ toen we naar Olst reden. De herinneringen kwamen toen weer naar boven.

Simca 1000, halfautomaat (47)

Mijn moeder had niets, maar dan ook helemaal niets met auto’s. Het interesseerde haar gewoon niet. Zij zag ook echt geen verschil tussen een Volkswagen en een Mercedes.
Volgens haar was een auto gewoon een ‘auto’ om mee te kunnen rijden.
–  Mijn broer en ik dachten dat zij mobieler zou kunnen zijn, als zij een auto had. Zij nam opnieuw autorijlessen en slaagde weer voor het rijbewijs. We zochten en kochten een ‘handzame en gemakkelijke’ auto voor haar, een Simca 1000 met halfautomatische versnelling. Maar zij vond het autorijden nog steeds niet leuk. Zij voelde zich onzeker op de weg. Dat was de echte reden. Dus verdween de auto snel uit haar beeld.
–  Het liefste reisde zij met het openbaar vervoer, zei zij. Dat vond zij prettiger en rustiger. ‘Bus 5’ was en werd het ‘sleutelwoord’.

‘De Moezenbelt’ (48)

Als we naar ‘de Moezenbelt’ in Lenthe (bij Hoonhorst) gingen, dan was dat steeds een belevenis.
–  Het is een oude zandwal (stickwal), die lang geleden het opwaaiend zand (stuifzand) moest tegenhouden voor het achterliggende land om geschikt te blijven voor landbouw. Een deel van het buitengebied van Dalfsen en Hoonhorst bestond vroeger uit woeste grond met stuifzand.
–  Hoe de naam is ontstaan, weet ik niet, maar als mijn ouders zeiden: ‘Hebben jullie zin om mee te gaan naar ‘de Moezenbelt’?’, dan vonden mijn broer en ik dat een prima voorstel!
–  Als er familie op bezoek was, dan gingen we soms ook naar ‘de Moezenbelt’. Er was daar altijd wel wat te beleven en er was veel ‘lol’ te beleven samen. (Als het maar mooi weer was en bleef natuurlijk.)

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *