Bijna elke buurtschap in mijn woongemeente had wel een begrafenisvereniging. Daarom had men ook een begrafeniswagen en een aantal brikken ⃰ ) voor het vervoer naar de kerk en de begraafplaats. De brikken werden soms ook gebruikt voor trouwerijen.
Maar de kosten voor reparatie en opslag van de wagens werden op een zeker moment te hoog. Er waren in die tijd wel verzekeringen om bepaalde kosten betaalbaar te kunnen houden, maar door afname van het aantal deelnemers moest de begrafenisvereniging worden opgeheven. De begrafeniswagen, de volgwagens (brikken) en de opslagruimte zouden worden verkocht.

Een brik en een paard
Ook mijn vader kocht een brik, want hij had iets bedacht. Op een dag stond er één bij de werkplaats.
Mijn broer en zijn vrienden uit de buurt waren op de hoogte van de komst van een brik. Samen hadden zij bedacht dat zij met de brik naar het dorp zouden gaan. Om beurten kon dan iemand op de bok van de brik zitten om te “mennen”. Zij die de brik moesten trekken waren de “paarden”, maar er moest ook geduwd gaan worden!
Mijn broer en zijn kameraden zijn, werkelijk waar, met de brik naar het dorp geweest. Ze waren met vijf of zes jongens. Om beurten was het trekken, duwen en een poosje op de bok mogen zitten, vertelde mijn broer mij later.
Hoe ze het samen hebben volgehouden is mij nog steeds een raadsel! Vanaf ons huis naar het dorp ging de route over een moeilijk begaanbare zandweg – op de verkeersweg mochten zij beslist niet komen van mijn vader – wel zo’n vier kilometer.
Mijn broer vertelde ook dat ze zelfs een ritje door het dorp hadden gemaakt en dat er toen veel bekijks was. Ik geloofde hem direct.
Mijn vader heeft de brik bijna helemaal gesloopt. Van de twee grootste wielen maakte en laste hij een steekwagen in elkaar, waarop hij twee zware gasflessen voor het laswerk zette. Zo werd het verplaatsen van de zware gasflessen een stuk gemakkelijker volgens mijn vader.