Het afvalwater kwam van de melkfabriek (3)

Als mijn ouders naar het dorp fietsten, dan reden zij meestal over het smalle fietspad langs de zandweg tegenover ons huis. Op dat fietspad kon je alleen maar achter elkaar fietsen.
–  Het fietspad liep gedeeltelijk langs een sloot met smerige, lange, bruine, grijsgroene slierten. Er zat dus veel viezigheid in dat stukje sloot. Dat slootwater, zeg maar gerust afvalwater, dat ontzettend stonk, kwam rechtstreeks uit de coöperatieve zuivelfabriek aan de rand van het dorp D.
–  In de winter bevroor het water in die sloot niet, omdat het water daar lauw was. Zodra het koud begon te worden of het ging vriezen, dan zag je damp boven die sloot hangen. Het leek dan wel op mist.
–  Toch werd er nauwelijks iets over die sloot gezegd. Er werd ook niets aan gedaan! Waar al het vieze water naar toe ging, wist niemand precies te vertellen. (Misschien de gemeente? Of alleen de directeur van deze fabriek?)
–  De meeste sloten en slootjes in de buurt waren gelukkig schoon. Je zag kikkers, watervlooien, salamanders, stekelbaarsjes en allerlei waterplanten. Af en toe zag je een ijsvogel.
–  In de sloot voor ons huis heb ik eens een snoek gevangen met het boodschappennetje van mijn moeder. Zij heeft de vis toen gebakken, maar het smaakte niet naar vis, te “gronderig”. De poes was er wel dol op! ’s Winters schaatsten we altijd op deze sloot, of we waren bezig met de slee, of een oude stoel op het ijs

Maar mijn moeder en broer zijn ‘de vieze sloot’ nooit vergeten. Op een rustige en schemerige zomeravond fietste zij, met mijn broer achterop, naar huis. Fietsen in het schemerdonker vond zij maar niks. Waarschijnlijk heeft zij gedacht dat zij niet langer op het fietspad reed, maar in de berm. Zij had moeite met het uit elkaar houden van links en rechts. Dus kwam zij zo in de sloot terecht. Mijn broer kon nog op tijd van de bagagedrager springen. Hij moest zijn moeder helpen om uit de sloot te komen en ook meehelpen om haar fiets op de wal te krijgen. Niet alleen de fiets zag er heel smerig uit, ook Ma zelf. Nog erger dan een spook zag zij eruit, beweerde mijn broer later.
–  Toen ze weer thuis waren zag ik de smerige slierten op haar hoofd, gezicht en handen, jurk en schoenen zitten. En ook: Zij stonk enorm!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *