Op een dag in augustus (het was1957) bracht mijn moeder mij naar het station van D. In Zwolle moest ik overstappen voor de trein naar Amsterdam.

Op het plein voor het Centraal Station in Amsterdam stond mijn tante op mij te wachten. Met de tram, lijn 27 (?), gingen we mee tot ‘de Munt’ en liepen vanaf daar naar haar woning aan de Keizersgracht.

De volgende dag ging ik mee naar het zomerhuisje bij Kortenhoef. Het was schitterend weer die dag voor het roeien, vissen en zwemmen. Samen plukten we daar enorm veel bramen voor de weck.

De dag daarop ben ik bijna de hele dag in het Rijksmuseum geweest. Er was daar zoveel te zien en er was toen ook een bijzonder mooie Franse tentoonstelling.

De volgende dag ben ik naar het Tropen Museum geweest voor de tentoonstelling over Brazilië. Er was over dat land aandacht voor de historische evolutie, de ontdekking, de koloniale tijd, het keizerlijk tijdperk en de periode vanaf de uitroeping van de Braziliaanse Republiek in 1889. Verder was er iets te zien over het klimaat, de Indiaanse bevolking, de plantages, de media, de handel, het Amazonegebied, de kunst, de grote steden, de architectuur, enz. Ook deze dag vond ik veel te kort.

‘s Avonds ben ik met mijn oom naar de Stads Schouwburg geweest. Voor een komisch toneelstuk, getiteld “Home sweet home”. De namen van een aantal acteurs waren: Johan Fiolet, Mien Duymaer van Twist, Louis van Gasteren en Magda Janssens. Om de schouwburg van binnen te kunnen zien was ook een belevenis!

De volgende dag (zaterdag) ging ik ’s morgens op de fiets (dat kon toen nog gewoon!) van mijn tante naar de Bijenkorf om een paar boodschappen voor haar te doen. Ook dat was een bijzondere belevenis voor mij.

’s Middags ben ik naar de tentoonstelling “het Atoom” op het terrein van het “oude Schiphol” geweest. Er was enorm veel te zien. Ook deze middag ging veel te snel voorbij. Afijn, het was niet anders.

De zondag ging ik met de trein naar Enkhuizen, via Amsterdam Centraal, over de Hembrug en Zaandam. Onderweg zag ik het mooie landschap. Er liep een brede sloot langs de spoorbaan, helemaal van Zaandam naar Enkhuizen. Onderweg bedacht ik dat ik ook wel met de kano van Zaandam naar Enkhuizen had kunnen peddelen.

Op het perron van Enkhuizen stond ‘de neef van mijn vader’. Enkhuizen is een prachtig stadje. Tegen 18.00 uur bracht hij mij naar de veerboot voor Urk. Ook de boottocht was bijzonder mooi. Het IJsselmeerwater was die dag behoorlijk ruw. De veerboot passeerde een paar Urker vissersboten die je soms helemaal tussen de golven zag verdwijnen. Gelukkig had ik geen last van de hoge golven.

In Urk liep ik naar de bushalte voor de bus naar Zwolle. In Zwolle, bij het station, stond de bus voor de rit naar huis.

Het was een week om nooit meer te vergeten !!!