‘Er gebeurt altijd wel iets’. (Ook op Vlieland!)
‘De tijd vliegt’. (Ook daar!)
De veerboot naar Vlieland was ‘stampvol’. (‘Er is een boot uitgevallen‘, werd er gezegd.)
Het water (een stukje Noordzee?) tussen het eilandje en Terschelling zorgde voor een merkbare ‘schommeling’.
Eerst moest er gekeerd worden voordat de veerboot kon aanmeren.
Bijna iedereen haastte zich naar de bus en de diverse taxi’s.
Wij liepen ongeveer een kwartier naar ‘ons onderkomen’.
De volgende dag op de fiets naar de Vuurboetsduin met de vuurtoren. Toen naar de Kaasbunker en daarna naar het strand bij het strandpaviljoen.
De derde dag naar Kroon’s Polders, het mooie moerasgebied en het uitzicht op het Posthuiswad, het Wad, de Vogelkijkhut en de (trek)vogels.
We zagen lepelaars, eendensoorten, een kiekendief, roodborsttapuiten, een paar winterkoninkjes, en natuurlijk de aalscholvers en meeuwen.
Op de terugweg nog een roofvogel (een velduil?) gezien, maar het silhouet van de vogel konden wij niet ‘thuisbrengen’.