Nieuwjaarspakket (73)


Mijn broer en ik mochten in de kerstvakantie komen werken in de machinefabriek in het dorp. Mijn ouders hadden het geregeld met hun kennis, de directeur van de fabriek. Het verdiende geld zouden we sparen voor een reis in de zomervakantie: liftend naar en in Engeland.
–  We gingen vroeg op de fiets naar de fabriek, samen met de buurman die er al jaren werkte. Een prima kerel en hij was oersterk. Om dat laatste werd hij regelmatig gevraagd – ook door mijn vader – om te komen helpen bij het tillen van iets zwaars.
–  Aangekomen in de fabriek werd eerst uitgelegd wat we moesten gaan doen. Het leek simpel: honderden platte stukjes ijzer bijvijlen.
–  Mijn broer had aan het einde van de dag veel meer stukjes ijzer gevijld. Voor het moment dat we naar huis zouden gaan, kwam de directeur even kijken en vragen hoe het was gegaan. Hij zag het verschil in ‘voorraad’ en zei dat ik te secuur bezig was geweest met vijlen. ‘Mijn stukjes ijzer’ waren te glad. Ik moest ze vijlen zoals mijn broer het had gedaan.
–  Dat is mij toch niet gelukt! Ik bleef te secuur en werd de ‘fijntechneut’ genoemd. Om half vijf op de laatste middag van de werkweek moest iedereen naar de kantine gaan. Mijn broer en ik ook. De directeur hield er een korte toespraak en bedankte, tot slot, iedereen voor de inzet in het afgelopen jaar. Daarna kreeg iedereen een nieuwjaarspakket mee.
–  Mijn broer en ik kregen, behalve het loonzakje, ieder óók een pakket mee naar huis!