De spoorbaan nabouwen


Na het auto-ongeluk van mijn vader werd het mechanisatiebedrijf vrij snel verkocht. Mijn ouders kochten een ander huis in het dorp.
– Mijn vader zocht naar tijdverdrijf. Er kwam een hond in huis, een zwarte poedel, en hij kocht materiaal voor het bouwen van een modelspoorbaan.
– Hij maakte eerst een ‘werktafel’, zette er een paar dorpen op, en daarna wegen, bergen, bomen, struiken, tunnels, boerderijen, enz. Alles lijmde en verfde hij. Uren werk dus, maar dat was ook de bedoeling.
– Nadat de modelspoorbaan voor zo’n 80% gereed was, plaatste hij de wissels, seinpalen, stootblokken, verkeerslichten, overgangen, stations, verkeersborden, en wat al niet meer. Daarna moest er gesoldeerd worden. Het meeste deed hij zelf, maar soms hoorde je woede-uitbarstingen. Uit frustratie, vermoed ik, en met een nauwelijks te stoppen woede.
– Van af en toe een ‘woede-uitbarsting’ heb ik ook last, maar gelukkig niet zo heftig als mijn vader dat had. De meeste genen heb ik van mijn moeder gekregen, denk ik, maar ik kan een beetje aanvoelen hoe mijn vader zich af en toe moet hebben gevoeld. Als ik thuis was, dan vroeg mijn moeder of ik hem even kon helpen. Die vraag kwam steeds vaker.
– Na zijn overlijden heb ik zijn ‘treinspullen’ gekregen. Ik heb geprobeerd ‘zijn spoorplan’ na te bouwen, maar het lukte mij niet. Ik had steeds de gedachten bij mijn vader.
Jarenlang heb ik de ‘treinspullen’ op zolder bewaard, maar op een dag heb ik alles verkocht.
– Met al die herinneringen in mijn hoofd had ik geen zin meer om met de kinderen naar het Spoorwegmuseum in Utrecht te gaan.

“U heeft pech.”


Dat zei de oogarts gisteren tegen mij in het Wilhelminaziekenhuis in Assen.

Na de staaroperatie in mijn rechteroog, vier weken geleden – de operatie aan mijn linkeroog eerder was prima gegaan – kreeg ik er een ontsteking in. Mijn vrouw beweerde dat het door mijn zakdoek kwam, maar dat geloofde ik niet.

Na drie weken druppelen begon het oog erg te ‘wateren’. Het wit om de pupil werd rood en roder. Ook nam de pijn rondom het oog toe en werd zo vervelend dat ik afgelopen zaterdag naar de huisartsenpost in het ziekenhuis in Assen ben gegaan. De arts constateerde dat er niets in het oog was gekomen. Ik kreeg oogzalf. Als dat niet hielp, moest ik naar de huisarts gaan. Bij haar ben ik maandagmorgen geweest.

Omdat de pijn erger werd, heb ik woensdagmorgen met het ziekenhuis gebeld en gevraagd of de oogarts even naar mijn oog kon kijken. Dat was geen probleem. De oogarts constateerde dat er een stukje oude lens was achtergebleven. Dat liet hij zien op het scherm van zijn pc. ‘U heeft pech. Het gebeurt zelden’, zei hij (0,1% kans). Hij wilde mij onmiddellijk helpen. Ik kon in het ziekenhuis blijven wachten en zou ’s middags als eerste worden geopereerd. Na de operatie voelde het oog al veel beter. De pijn was vrijwel onmiddellijk weg.

Nu eerst weer drie weken druppelen, daarna weer voor controle naar het ziekenhuis en dan naar de opticien voor nieuwe glazen.

Na dit alles hoop ik alle kleuren weer helder te kunnen zien. Dan kan ik weer gaan schilderen, fietsen, enz., enz. [Hobby’s heb ik genoeg!?]