Uitspanning “Madrid’ (Kv 127)


Zo nu en dan ging ik met mijn ouders en mijn broer – soms gingen mijn grootouders ook mee – naar uitspanning ‘Madrid’, een café met een speeltuin. Als we gingen, leek mij de weg er naar toe altijd ontzettend lang.

De meeste speeltoestellen herinner ik mij nog goed. Ook de papegaaien, die buiten zaten als de zon scheen. Ze hadden een kettinkje aan de poot.

De hoge, lange glijbaan was wel het spannendst. Er lagen kokosmatjes bij de ijzeren trap, op de grond. Meestal nam ik er wel één mee naar boven, naar het begin van de glijbaan, want zonder zo’n matje ging het stroever. Het glijden leek dan minder snel te gaan.

Er waren veel speeltoestellen in de speeltuin. Ik zal een aantal noemen: een ‘kettingbruggetje’ dat net in het water hing, een grote en een kleine schommel, een soort van draaimolen, een grote en kleine wipwap, een grote houten ton, waarin je kon rennen, waarna de ton snel begon te draaien (je moest eruit springen) en een kabelbaan.

kabelbaan

Er waren meer toestellen, maar ik weet de namen er niet van. Ze laten zich ook moeilijk omschrijven.