‘You Can’t Argue With A Sick Mind’


Zomin mogelijk Engels in de Nederlandse taal. Daar ben ik een voorstander van.
Maar toch.

Inderdaad. Sommige woorden laten zich moeilijk vertalen.
Zo kwam ik de CD van Joe Walsh met dezelfde titel tegen. Hij is een veelzijdige muzikant, gitarist, liedjesschrijver en bandleider. Iemand met een in hoge mate muzikaal verleden. Hij is ook een tijdlang zanger en muzikant bij The Eagles geweest.

In zijn vaak stevige, maar sfeervolle ‘nummers’ neemt hij door zijn teksten meestal geen blad voor de mond en heeft hij iets meer te vertellen dan de gemiddelde artiest.

De titel past opvallend goed in 2018. In deze ongewisse tijd.
Dus ook bij Trump c.a., Orban, Erdogan, Wilders en meer van dat soort leiders, mensen.

Dit is wat ik op deze zondagmorgen even kwijt wilde.

De Q-koorts-affaire


Erkent het kabinet met het toekennen van 15.000 euro per persoon aan de Q-koorts-patiënten dat de overheid destijds wel fout is geweest? M.a.w. vanwege het feit dat de overheid NIET daadkrachtig genoeg is opgetreden tegen de Q-koortsepidemie die duizenden mensen heeft getroffen en – wat ik ook las – aan meer dan 75 mensen het leven heeft gekost? Nog steeds zijn heel veel mensen de dupe.

Ook de rechtbank heeft gefaald! De overheid, met name de verantwoordelijke oud-ministers van Landbouw [vooral Gerda Verburg (van het CDA nog wel!)] zijn de grootste boosdoeners. Gerda Verburg, om je kapot schamen !!!

Mocht ik de Q-koorts krijgen, wat ik niet hoop, dan ga ik direct in hoger beroep.
Waarom? O.a. om er te zeggen dat het wel heel onrechtvaardig is dat de boeren voor het verlies van hun dieren (geiten en schapen) wel een grote miljoenenvergoeding hebben gekregen, want met de vergoeding van 15.000 euro p.p.worden de gedupeerden ‘afgescheept’.

En dan nog iets. Met deze ellende vindt ‘Den Haag’ het ook nog gek dat het vertrouwen van de kiezers steeds verder daalt ???

Onnodig Engels

Influencer‘ is zo’n onnodig woord.
Waarom zou je dat woord gebruiken? Staat dat chique? Stoer?
Waarom kies je niet gewoon een Nederlands woord?
Ja, waarom niet?
Van Dale heeft er een woord voor: ‘beïnvloeder‘.

In de krant van vandaag las ik de volgende Nederlandse woorden: stiekemestuurder, geestbespeler, meningpropper, toonzetter, en nog een paar.
Er dus keuze genoeg!
De mooiste vond ik: ‘aansmeerkees’.

Oma en Opoe (kv 117)


Beiden woonden in het dorp. Om ze uit elkaar te houden werden ze Oma en Opoe genoemd.

Als wij – mijn ouders, broer en ik – bij Opoe op bezoek waren, dan viel dat soms samen met bezoek aan haar van andere familieleden.

Met de neven speelden we vaak voetbal in het gangetje tussen haar woning en dat van de buren. Ik herinner mij het voorval dat de bal door het bovenste vensterglas van een raam van het huis aan de overkant van de straat vloog. In dat huis woonde de gereformeerde dominee. De twee oudste neven durfden wel aan te bellen om naar de bal te vragen. De deur werd geopend door een dochter van de dominee. Beide neven gingen naar binnen, maar daarna duurde en duurde het maar. Dat begon ons te lang te duren. Met de overige neven zijn we maar naar binnen gegaan. Waarom het zolang duurde voordat zij terugkwamen? Eindelijk kwamen beide neven naar buiten. Met de bal! Maar het was inmiddels te laat geworden om samen nog een partijtje voetbal te gaan spelen.

Af en toe sliepen mijn broer en ik een nachtje bij Opoe. ‘Uit logeren’ noemden wij dat. Voor het naar bed gaan mochten we met ‘houten speelgoeddingetjes’ in de verlichte ruimte spelen. In die ruimte bewaarde zij allerlei spullen en waren de twee houten deurtjes naar het keldertje.

Als het tijd was om naar bed te gaan, dan gingen we naar de zolder, naar het slaapkamertje aan de straatkant. Sommige treden van de trap kraakten een beetje. Ook een aantal planken in de plankenvloer onder de vloerbedekking. De eerste nacht werd ik wakker van een vreemd en geheimzinnig geluid in het naastgelegen huis waar twee vrouwen woonden. Het geluid was van een vlieringtrap die werd uitgetrokken, geloof ik.

‘Hier is nog iets vies’


Dat zij zei vanmorgen. Zij bedoelde de inhoud van mijn drinkkop: karnemelk.

Zij, mijn echtgenote, vindt karnemelk heel vies. Altijd al. Ook de geur. Zij wil de karnemelk niet als pap eten, en het ook niet drinken. Dat heeft zij nooit gewild. Zelfs niet als er geld (een kwartje) onder haar bord werd gelegd.

Karnemelk heb ik leren eten en drinken bij mijn oom en tante. Zij vonden het heel lekker. Dus?
In het begin – om het te leren eten – at ik de pap op met een beetje stroop erin, maar het smaakte niet. De juiste smaak kwam er niet. Het was mij zo te zoet. Ook met bruine suiker erin lukte het niet.

Zonder iets erin vond ik de karnemelksepap het lekkerst. Nog steeds. Maar het liefst drink ik gewone karnemelk; lekker koud; zo uit de koelkast.
Heerlijk.

Levertraan (kv 116)


De eerste hap levertraan smaakte ontzettend vies. Zo vies, dat ik het nooit ben vergeten.

Er was een tijd dat ik elke dag een lepel met die rommel moest innemen. “Levertraan is gezond”, zei mijn moeder als ik tegenstribbelde. Elke dag weer kreeg ik een lepel vol met levertraan voor het naar bed gaan. Mijn broer ook. Bah was het.

Wat later zat er een sinaasappelsmaakje bij volgens mij. Nog wat later kregen mijn broer en ik capsules die naar niets smaakten en gemakkelijk waren door te slikken.

Volgens Wikipedia is levertraan een dierlijke olie, gewonnen uit de lever van kabeljauw, schelvis en andere vissen uit de familie van kabeljauwen. Soms wordt ook de lever van heilbot gebruikt.

Het blijkt een wijdverbreid misverstand te zijn dat levertraan van walvissen afkomstig is. Ook las ik dat levertraan niet voor iedereen geschikt is.

Wanneer ik ermee gestopt ben? Geen idee. Weet ik niet.
Plotseling hoefde het niet meer. Maar waarom?

Louis van Gasteren (kv 115)


Van Gasteren was een Nederlandse filmregisseur, filmproducent en beeldend kunstenaar. Een ‘geheimzinnig persoon’ na het lezen van zijn levensgeschiedenis. Iemand die niet alles heeft verteld. Hij overleed in 2016. (Aldus Wikipedia.)

Mijn vrouw en ik waren eens met mijn broer en schoonzus voor een vakantiereis op weg. Naar Praag e.o.. Praag was toen de hoofdstad van (wat toen heette) Tsjechoslowakije. We zouden met een Ilyushin-18 gaan. Maar voordat we konden vertrekken moesten we op (het oude) Schiphol nog een tijdje wachten. Vervelen hoefden we ons niet, want er was genoeg te zien. Zo keken we naar een filmopname van Van Gasteren. Het was interessant, dat wel, alleen herinner ik er mij niet veel meer van. Alleen nog een in het wit geklede dame (een actrice?) die op zijn aanwijzingen vaak moest ‘opkomen’. Opeens kregen we te horen dat we naar het vliegtuig moesten.

Zonder enige bedenking stapte ik aan boord!

Bruiloft, trouwdag (kv 114)


Je trouwdag schijnt de mooiste dag in je leven te zijn …

Je kunt een trouwdag net zo duur maken als je zelf wilt. Mijn broer en ik zijn die dag samen eerst naar Hattem gereden, omdat in die plaats een kapper werkte die Nederlands kampioen knippen was geworden. Hij moest ons maar ‘kappen’! Nadat hij ons super had geknipt zijn we in ons hemd in de auto gestapt en teruggereden.

Thuisgekomen kleedde ik mij voorzichtig om en wachtte ik tot het tijd was om de bruid op te halen voor ‘het trouwen in het gemeentehuis’.
‘Mijn baas’ heeft ons getrouwd. Het enige wat ik van zijn speech nog onthouden heb, is zijn opmerking dat ik flink moest studeren. (Ik volgde toen de opleiding GA-I in Zwolle. Hij gaf er ook les. Als hij les gaf, ‘moest’ ik met hem meerijden in zijn auto.)

Na het kerkelijk huwelijk begon het bruiloftsfeest. Eerst kwam de receptie, d.w.z. het gezoen, de handen en handjes schudden, de felicitaties, de cadeaus, de bloemen en kamerplanten (erg veel cyclamen), enz.!

Wel is mij een enorme ergernis bijgebleven. Een collega van toen had ‘het gore lef’ om na afloop van de receptie op onze kosten een diner te bestellen en te gaan nuttigen. Ik heb er nooit met hem over gepraat, maar wie het voorval wil horen, vertel ik het gewoon.

We waren voorgoed bij elkaar. Samenwonen kon tin die tijd niet, mocht niet, deed je dus niet, men zou er toch schande van (willen) spreken (en heus niet alleen door de dorpsgemeenschap).

Uit logeren (kv 113)


Het was maar vier kilometer fietsen, maar toch leek het een eind rijden. Het logeren bij mijn oom en tante duurde meestal slechts een dag en een nacht.

Zij woonden aan de rand van het dorp, in een knus huis, met een mooie tuin, vlakbij de melkfabriek en naast de directeurswoning. Op een mooi plekje.

Iets verderop lag ‘Tranendal’. De naam was voor elke dorpeling duidelijk. Wie daar woonde was diep gezonken. Van mijn ouders hoorde ik dat er iemand woonde die in de oorlog bij de SS had gezeten. Ook vertelden zij dat Victor van Vriesland een tijdje in het huis ondergedoken is geweest.

Mijn tante was een lieve vrouw. Ze had bijzondere ogen, want de pupillen stonden lager dan bij de meeste andere mensen. Daarom kon zij niet goed zien. Mijn oom was ‘gek’ op mijn tante, en af en toe zelfs nog een beetje jaloers ook. Ze hadden een hondje, ‘Trilby’ genaamd. Het hondje begon te trillen zodra er iets onverwachts gebeurde. Bij wijze van spreken kon dat gebeuren bij het horen van het geluid van de deurbel.

Mijn broer en ik sliepen in een kamertje boven. ’s Morgens werd ik vaak vroeg wakker van het gerammel van de melkbussen die bij de melkfabriek werden afgeleverd.

Toen mijn tante overleed, kreeg ik een foto met haar afbeelding van mijn oom.

Een bijna ‘afgerolde’ vingernagel (kv 112)


Op een dag werd ik achternagezeten door mijn broer. Zomaar. Uit gekkigheid, denk ik. Broer, dacht ik, jij krijgt mij niet te pakken.

Het begon in de keuken. Ik trok snel een keukenstoel bij de tafel vandaan, schoof de stoel tussen hem en mij en rende daarna door de woonkamer naar de deur voor de trap naar boven. Hij struikelde over de stoel, schoof hem snel opzij en rende mij achterna. Halverwege de trap had hij mij bijna bij de rechterenkel. Bijna, want zijn hand – ik weet niet meer welke – kwam onder mijn schoenzool, dat de vorm van een soort van zigzagvorm had, terecht. ‘Mijn vinger’, schreeuwde mijn broer plotseling.

Wat er daarna allemaal is gebeurd, weet ik niet meer. Wel weet ik dat het voorval voor zijn leven zichtbaar blijft.