In het Sallandse dorp Broekland moest het A-jeugdvoetbalelftal een wedstrijd spelen. Met twee auto’s en een taxi werden wij, de spelers en de begeleider, weggebracht.
De reis, heen en terug, was een belevenis! De taxiauto was van een garagebedrijf. We kenden de chauffeur, want de man was ook de chauffeur van de brandweerauto. Over hem gingen de wildste verhalen. Zo zou hij, toen hij de brandweerauto naar een brand moest rijden, zo hard hebben gereden dat de wagen op twee wielen door een bocht was gegaan.
Na het vertrek reed hij enorm hard. De twee andere auto’s konden nauwelijks volgen. Het ging steeds harder. De man koos de smalle binnenwegen die ons sneller in Broekland zou brengen. Dat beweerde hij tenminste. We waren ruim op tijd bij het voetbalveld. Even later arriveerden de andere auto’s. De weg terug ging al net zo. Als eersten kwamen we over de brug in het dorp. Beide ritten verliepen gelukkig zonder ongelukken, maar het was een gebeurtenis om nooit te vergeten.
Met geen woord werd er later over die rit nog gesproken.
Overigens werd de wedstrijd met dikke cijfers gewonnen. Dat seizoen werd het A-elftal tweede achter het A-elftal van de Zwolsche Boys, het latere PEC. Wij, de leden van het elftal en de clubleiding, vonden het resultaat best knap gedaan, want de Zwolsche Boys kon zeker uit meer dan vijf A-elftallen de spelers kiezen!